Het Kruger National Park is het grootste en bekendste wildpark van Zuid-Afrika. Het bevindt zich op de grens met Mozambique en Zimbabwe en is bijna 20.000 m2 groot. Het park dankt zijn naam aan president Paul Kruger, die een groot voorvechter was van natuurbescherming. Het Kruger National Park werd geopend in 1898 om het uitsterven van een aantal diersoorten te voorkomen.
Biodiversiteit
Vandaag de dag is het Krugerpark bekend om zijn grote biodiversiteit. Naast de ‘Big Five’ (de olifant, de buffel, het luipaard, de leeuw en de neushoorn) leven hier nog veel meer soorten zoogdieren. Giraffen, hyena’s en zebra’s zijn slechts enkele van de bijna 150 soorten die hier voorkomen. De beste tijd om deze wilde dieren te spotten is in de winter. Dat is in Zuid-Afrika het seizoen waarin de minste neerslag valt. De dieren zijn dan door de droogte vaak aangewezen op de aangelegde watervoorzieningen. De kans dat je daar dieren aantreft is op dat moment het grootst. Ook bij vogelaars is het Kruger National Park geliefd: met name het noordelijk deel staat bekend om zijn enorm diverse vogelpopulatie. Vooral in de periode van oktober tot maart, als de trekvogels zich naar Zuid-Afrika begeven, telt het park wel vijfhonderd verschillende soorten vogels.
Niet alleen dieren
Het Kruger Park is voornamelijk bekend als wildpark en trekt daarom veel bezoekers die wilde dieren willen spotten. Toch is de aanwezigheid van deze dieren niet de enige reden waarom Kruger Park zo bekend is. Naast de dieren is ook de bijzondere vegetatie de moeite waard om te bekijken. De apenbroodboom, de appelblaar en de marulaboom zijn voorbeelden van bomen die hier groeien. Daarnaast zijn er in dit park oude rotsschilderingen aangetroffen. Deze worden toegeschreven aan de San, de oorspronkelijke bewoners van dit gebied.