Op de grens tussen Zambia en Zimbabwe liggen de Victoriawatervallen. De inheemse bevolking noemde deze watervallen ‘Mosi-oa-Tunya’, letterlijk vertaald ‘de rook die dondert’. Deze naam verwijst naar het oorverdovende geluid van het neerstortende water en de mist en waterdampen die de canyon aan het zicht onttrekken. De eerste Europeaan die de watervallen aanschouwde was David Livingstone. Hij besloot de watervallen te vernoemen naar de Britse koningin Victoria.

Natuurgeweld

De Victoriawatervallen vormen een natuurlijke grens tussen Zambia en Zimbabwe en worden gevoed door de rivier de Zambezi. Met een valhoogte van bijna 130 meter bieden ze een imposante aanblik en worden ze tot de natuurwonderen gerekend. In het droge seizoen zijn de afzonderlijke watervallen te zien. In het natte seizoen vormen de watervallen één aaneengesloten muur van water die wel 1.700 meter breed kan zijn. Er stort dan elke minuut zo’n vijfhonderd miljoen liter water naar beneden.

Mosi-oa-Tunya National Park

Voor toeristen in zowel Zambia als Zimbabwe vormen de Victoriawatervallen een imposante trekpleister. Van kilometers afstand is dit natuurwonder te zien en ook het omringende Mosi-oa-Tunya National Park is een bezoek waard. Het is een relatief klein wildreservaat waar onder andere bavianen en witte neushoorns leven. Ook bevindt zich in dit park de begraafplaats Old Drift Cemetery, waar de eerste kolonisten uit Europa werden begraven.

Aanbevolen artikelen